Om acht uur al haal Sammie bij Castellum op. Onderweg stoppen we even om grassprieten te plukken, bij de Waterpartij. Dat gebeurt naar aanleiding van een verhaaltje dat ik onderweg steeds vertel. Het gaat over een prins en een prinsesje die samen over een weg wandelen en in de wei met grassprieten gaan spelen. Het is heerlijk weer. Er ligt een oude vieze bal waar we even mee voetballen.
Weer naar het strand
Thuis spelen we even, niet al te ingewikkeld want we gaan naar het strand. Met de fiets ernaar toe.
Koffie en appelsap. Sammie draaft lekker heen en weer, schelpen zoeken ‘voor oma Landa’, scheppen in het zand en op de glijbaan. We lunchen bij ’t Haringhuisje, maar Sammie heeft niet zoveel trek. Dus gaan we weer thuis en naar bed voor het middagslaapje.
In de open Saab
Met kinderliedjes maak ik haar na een uur weer wakker. Dat gaat goed. We doen met het wandelwagentje boodschappen. Naar de slager, naar boekhandel Paagman – waar we Renée tegenkomen – en weer terug naar Pijnacker met de open Saab. Dat vindt Sammie wel erg mooi: ‘waar is het dak nou, opa?’ Het is een eindeloze tocht, heen en weer, eigenlijk qua tijd enkele reis Woudsend!
We hebben veel plezier vandaag, Sammie en ik. Als ik weer vertrek, vlijt ze zich tegen me aan.